Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden. Bovenstaande woorden, die als de tekst op muziek gezet zou worden waarschijnlijk met trompetgeschal zouden hebben geklonken, staan in 1 Cor. 15:20. Christus is opgewekt, het is een voldongen feit. De dood is door Hem overwonnen, Hij heeft het volbracht aan het kruis van Golgotha. Zijn offer was volmaakt en d''rom heeft de Vader het aangenomen en is Hij opgestaan uit de doden! Hij heeft de wil van de Vader volkomen uitgevoerd, Hij is gehoorzaam geweest tot de dood, ja tot de dood van het kruis en daarmee God uitermate verheerlijkt. Het zijn voor een christen de heerlijkste woorden uit de Bijbel: Christus is opgestaan. Het nieuwe leven breekt zich baan. Het oude is voorbijgegaan en het nieuwe is gekomen, want Christus is opgestaan. Maar de woorden 'Christus is opgestaan' hebben een veel verdere betekenis. Het wil ook zeggen dat de satan is overwonnen. Dat wat in Gen. 3 al werd voorzegd, 'dit zal u de kop vermorzelen', heeft plaatsgevonden. De satan is verslagen, het vonnis zal nog worden vertrokken. Hij gaat nu weliswaar rond als een briesende leeuw (hoewel hij volgens Corrie ten Boom aan de ketting ligt) maar zijn tijd is beperkt en straks zal hij worden geworpen in de poel van vuur en zwavel, Op. 20:10. Christus is opgestaan, omdat Hij de wet heeft vervuld. De eerste mens Adam heeft gefaald, de tweede Mens of de laatste Adam, de Here Jezus, heeft Gods wet volkomen vervuld. Hij was niet gekomen om de wet te ontbinden, maar om te vervullen. En Hij heeft de wet op een volkomen wijze vervuld. Hij is de enige Mens geweest die volkomen geleefd heeft zoals God het oorspronkelijk heeft bedoeld. Alle smaad en oneer God aangedaan door de eerste Adam (en wij in zijn gevolg) is teniet gedaan door de Tweede Mens, Christus zelf.
De opstanding van Christus betekent ook dat we volkomen vrij zijn van de straf van de zonden. Geen enkele zonde zal ons worden toegerekend als we hebben geschuild achter het bloed van het Lam. Een oud lied zegt: ' Op het Godslam rust mijn ziele,vol bewond'ring bidt zij aan; alle, alle mijne zonden heeft Zijn zoenbloed weggedaan' De verlossing van de straf van de zonden heeft in het verleden plaatsgevonden. Een gevolg van Zijn offer in het verleden is dat wij in het heden verlost worden van de macht van de zonde. Gods Geest wil de zonde in ons overwinnen, zodat wij in ons leven Christus openbaren en God groot maken. In de toekomst zullen we als gevolg van het offer op Golgotha en Zijn opstanding op de derde dag verlost worden van de gevolgen van de zonden. Nooit meer tranen, verdriet, pijn en dood! We mogen dan in een volmaakt opstandingslichaam bij Hem zijn en onze kronen aan Zijn voeten werpen als dank voor datgene wat Hij voor ons deed op het kruis van Golgotha.
Het is heerlijk om stil te staan bij Zijn opstanding. We moeten echter nooit vergeten wat het Hem heeft gekost. De pijn en het lijden begonnen niet pas op de dag van Zijn kruisiging, daar was de climax van het lijden. Zijn afwijzing, in de door Hem geschapen wereld, begon direct na Zijn geboorte 'omdat voor hen geen plaats was in de herberg'. Kennelijk was er wel plaats voor anderen, maar niet voor Hem. Gedurende Zijn hele leven heeft de Heer geleden, de vossen hadden holen, maar Hij had geen plaats om Zijn hoofd neer te leggen, Matth. 8:20. Hij is talloze malen afgewezen en verworpen door de mensen en uiteindelijk en onder veel lichamelijk lijden gehangen aan het vloekhout van Golgotha, terwijl Hij volkomen onschuldig was. ' Dit deed Ik voor u, wat doet u voor mij' stond onder een schilderij van de kruisiging van de Here Jezus, dat graaf von Zinzendorf aan het bekijken was. Het schilderij en de vraag troffen hem diep in zijn hart. Later werd deze graaf, als antwoord op de vraag bij het schilderij, de stichter van het zendingsgenootschap de Hernhutters , dat vooral in Suriname, maar op ook in vele andere landen actief was en waardoor vele mensen behouden zijn geworden.
Toch was dit nog niet het dieptepunt van Zijn lijden, dat kwam toen het drie uren lang, midden op de dag, duister werd. Iedereen had Hem verlaten, ook zijn discipelen en moeder (zij stonden van verre, Luk 23:49). Hij hing daar tussen hemel en aarde, genageld aan het hout van het kruis en toen verliet God Hem. 'Mijn God, mijn God, waarom hebt GIJ mij verlaten' klonk het door het hele universum. Hij onderging een eenzaamheid die niet te beschrijven valt, verworpen door de mensen op aarde, verlaten door God in de hemel hing Hij daar in de diepe duisternis tussen hemel en aarde, beladen met onze, met mijn, zonde en schuld. O, welk een Heiland zijt Gij Heer, in 't zondaars hart daalt ruste neer, die niemand kan doorgronden Een diepte van barmhartigheid verslindt een zee van bange strijd. Gij stierf voor onze zonden! We mogen met elkaar vieren dat de Heer de grootste overwinning heeft behaald op de heuvel Golgotha net buiten de toenmalige stadsmuren van Jeruzalem. Het kruis en het graf zijn leeg, maar laten we nooit vergeten Hem dagelijks te danken voor de weg van vernedering en verwerping die Hij vrijwillig heeft willen gaan om zodoende God te verheerlijken en ons te verlossen. Gezegende Paasdagen: de Heer is waarlijk opgestaan!