Ik ben de goede Herder, Johannes 10
Er zijn kennelijk ook slechte herders, dat is het eerste wat opvalt bij het lezen van deze tekst.. Er zijn veel herders maar er is slechts één goede Herder: Jezus Christus.
In Ezechiël 34 wordt gesproken over slechte herders, als we dit hoofdstuk lezen krijgen we een beeld van deze slechte herders, en daardoor kunnen ons ook een beeld vormen van de goede Herder. De goede Herder handelt namelijk precies tegenovergesteld aan de slechte herders.
Een kenmerk van slechte herders is, dat zij zichzelf weiden. Ze zijn bezig met zaken waarvan ze zelf beter worden, ook al gaat dit ten koste van de schapen...... Ze hebben zelfs geen oog voor de kudde: “maar de schapen weidt gij niet”, Ez. 34: 3. De schapen worden niet geweid door deze herders, een goede herder zorgt echter wel voor zijn schapen. Hij brengt ze naar grazige weiden waar ze zich kunnen voeden met gezond en gevarieerd voedsel. Hij zorgt dat ze tijdig te drinken krijgen, hij heeft aandacht voor het zwakke schaap en verzorgt dit of draagt het als het vermoeid is naar de schaapskooi. Een goede herder reinigt wonden en giet olie op de wonden, zodat deze kunnen genezen. Hij waakt over zijn kudde en zorgt dat er geen schapen afdwalen, waardoor ze ten prooi kunnen vallen aan wilde dieren. Hij houdt zijn kudde bij elkaar en hij doet zijn werk met liefde.
De herders waar in Ezechiël 34 over wordt gesproken waren de leidslieden van het volk Israël, maar ze heersten met hardheid en geweldenarij (vs. 4). Wij weten dat het volk Israël als gevolg van het slechte herderschap van deze herders is verstrooid. Deze leidslieden liepen immers voorop toen de enige goede Herder tot Zijn volk kwam, met name zij riepen: “kruisig Hem, kruisig Hem” en dat heeft men gedaan......
Uit Ezechiël 34 maken we op dat de situatie niet zo zal blijven, want God heeft een plan met Zijn volk! Hij zal Zelf een einde maken aan het herderschap van deze slechte herders, vs. 10. Er zal een moment komen waarop Hijzelf zal omzien naar Zijn kudde, hen bijeen zal vergaderen en ze zal redden. Wanneer zal dat plaatsvinden? Dat begint op de dag van wolken en duisternis, vs. 12 Daarmee wordt de dag des Heren bedoeld, zie Joël 2 vers 1 en 2 en Sefanja 1 vers 14. Dat zal een zware tijd zijn voor het volk van Israël, de tijd van de grote verdrukking die over deze aarde zal komen. Op veel plaatsen in de Bijbel wordt deze dag aangeduid met termen als “geducht”, “vreselijk” etc., het is een dag van toorn en oordeel.
In onze tijd zijn, met name sinds 1948, al veel joodse mensen teruggekeerd naar Israël, maar op die dag zal er een ware uittocht plaatsvinden uit alle landen en uit de volken. Hij Zelf zal Zijn volk verzamelen in hun eigen land, Ez. 34:13. Daarna zal Hij ze weiden op de bergen van Israël. Zijn knecht David, de Here Jezus, de meerdere van David, zal hen weiden en Hij zal een verbond des vredes met hen sluiten. Dán zal Hij hun goede Herder zijn en zullen ze in vrede en veilig wonen in het land Israël gedurende het vrederijk. Hij zal dan als Vorst of Koning (vers 24) regeren vanuit Jeruzalem. Het zal een tijd zijn van ongekende zegen en voorspoed, vers 25 e.v.)
De tekst: “Ik ben de goede Herder” kennen we uit Johannes 10. Als we Johannes 9 lezen begrijpen we waarom de Here Jezus dit zegt. In hoofdstuk 9 gaat het namelijk over de blindgeborene die door de Here Jezus was genezen, zodat hij weer kon zien. Deze man was door de leidslieden uit zijn tijd, de slechte herders, waar ook in Ezechiël 34 over werd gesproken “uitgeworpen”, Joh. 9:34 en 35. Je zou verwachten dat men blij zou zijn met deze genezing, maar ze reageren juist tegenovergesteld! Dan, in die context, zegt Hij in Johannes 10, dat Hij de goede Herder is, dus in schril contrast met de houding van de Farizeeën. Alle herders die er waren voordat de goede Herder kwam worden door Hem dieven en rovers genoemd.Hij is de goede Herder, die gekomen is om Zijn schapen leven en overvloed te bezorgen. De goede Herder is bereid Zijn leven in te zetten voor Zijn schapen ipv te vluchten als er gevaar dreigt. Deze goede Herder was zelfs bereid Zijn eigen leven op te offeren, zodat Hij de goede Herder kon worden van een ieder die Hem in gelooft en Hem volgen wil. Hij spreekt ook nog over de andere schapen die niet van deze stal zijn, daarmee worden de heidenen bedoeld. Hij is dus ook de goede Herder van ons, de gelovigen uit de heidenen.
De goede Herder kent Zijn schapen en de schapen kennen en herkennen Zijn stem. Ze volgen Hem, juist omdat ze Zijn stem kennen. Er zijn in deze tijd veel stemmen, daarom is het zo belangrijk dat we als gelovigen Zijn stem kennen, herkennen en Hem volgen.