Er is al heel wat gediscussieerd over de eerste hoofdstukken van het boek Genesis. Is de aarde door God geschapen of is de aarde miljoenen jaren geleden ontstaan door een oerknal waarna er zich langzamerhand uit het niets leven ging ontwikkelen waarvan de mens het eindresultaat is? Om dat laatste te geloven moet je volgens mij een groot geloof hebben! De discussies over schepping of evolutie hebben vaak hete hoofden en koude harten tot gevolg gehad. In dit artikel willen we niet verder gaan met bovengenoemde discussie, maar kijken we wat dit eerste hoofdstuk ons persoonlijk te zeggen heeft.
In 2 Cor.4:6 lezen we 'want de God, die gesproken heeft: Licht schijne uit het duister, heeft het doen schijnen in onze harten, om ons te verlichten met de kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Christus'. In dit vers wordt een vergelijking getrokken tussen de schepping, zoals beschreven in Genesis 1 en de herschepping van de mens als hij tot geloof komt. Als we de scheppingsdagen achtereenvolgens bekijken zien we dat ze a.h.w. een globaal overzicht geven van de geestelijke groei in het leven van een christen.
In Genesis 1 wordt gesproken over de aarde die woest en ledig was, maar die totaal veranderde door het Woord van God. Hier is de eerste parallel m.b.t. onze herschepping, want we zijn, nadat het Woord van God tot ons is gekomen en we dit Woord aangenomen hebben, totaal veranderd! We zijn toen overgegaan van de duisternis naar het licht. In 2 Corinthe 5:17 staat 'het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen', kortom een geweldige verandering door het Woord van God. Vervolgens bekijken we in het kort de zes scheppingsdagen en de zevende dag waarop God rustte. We gaan vanuit de letterlijke tekst enkele geestelijke toepassingen maken
Dag 1, vers 1/5
Alles was woest en ledig en er was duisternis op de aarde. De Geest van God zweefde over de wateren. God sprak en het werd licht. In ons leven was het voordat we tot geloof kwamen ook woest, leeg en duister, maar Gods Geest werkte aan ons hart. Hij zweefde a.h.w. over ons leven. Nadat we ons hart voor Hem openden en ons bekeerden kwam er licht in ons leven, want waar God werkt ontstaat licht!
Dag 2, vers 6/8
De hemel werd geschapen. Als gelovigen gaan we, nadat we tot bekering zijn gekomen, zicht krijgen op de hemel. We gaan dan beseffen dat we een hemelse Vader hebben, we gaan Zijn Zoon verwachten uit de hemelen (1Th1:10) en we leren dat we burgers zijn van een rijk in de hemelen (Fill. 4:20).
Dag 3, vers 9/13 + vers 29
Er komt droge grond tevoorschijn en vruchtbomen gaan groeien. We komen tot het inzicht dat we vaste grond onder de voeten hebben gekregen, want we staan op het Fundament, op de Rots, Gods bodem. Dan krijgen we ook het besef dat we moeten wortelen in Christus (Coll. 2:7) om zodoende te kunnen groeien en vrucht voort te brengen. We leren dat we naar beneden moeten wortelen en naar boven vrucht moeten dragen Jes. 37:31. Dat geldt in de eerste plaats voor het huis van Juda, maar niet minder voor ons.
Dag 4, vers 14/19
Zon, maan en de sterren. We ontdekken, dat de Here God een Zon (Ps. 84:11) is en dat er een gemeente is, waarvan de maan een beeld is, die Gods licht (v/d Zon) weerkaatst. Vanuit Fill/ 2:15 leren we wat de sterren zijn, nl. de individuele gelovigen. Daardoor krijgen we oog voor de belangrijkheid van de gemeente en haar plaats in Gods oog.
Dag 5, vers 20/23
Weest vruchtbaar. Gelovigen moeten vruchtbaar zijn, zodat de Landman wordt verheerlijkt en ge'erd. Johannes 15:8 'hierin is Mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt'. Vruchtdragen is een opdracht. We dragen vrucht naar onze aard (vs. 9/13). Ieder mens is anders, Petrus is geen Paulus, toch droegen ze beiden vrucht naar hun aard, de gaven die God hen gaf. Ook wij kunnen, als we in Hem blijven, vruchtdragen op een wijze die bij ons past.
Dag 6, vers 24/31
God schiep de mens naar Zijn beeld. Het doel in het leven van elke discipel is te worden als zijn Meester (Matth. 10:25). Het beeld van Christus moet in ons gestalte krijgen, 2 Cor. 4:11. Zijn eigenschappen zoals liefde, vergeving, genade, vergevingsgezindheid, zorg, trouw enz. moeten ook in onze levens openbaar komen.
Dag 7, Genesis 2:1/2
De dag waarop God rustte van Zijn werk. Als wij de Heer kennen kunnen we ook Zijn rust ervaren in ons leven. Een rust in de zin van vrede met God, maar ook de vrede van God. Deze rust kan nu al realiteit zijn, zelfs in moeilijke omstandigheden. In de toekomst wacht ons nog de eeuwige rust, als we voor altijd bij Hem zullen zijn in het Vaderhuis.