In het oude testament wordt geschreven over de tabernakel, het draagbare huis van God. Als je in gedachten door de enige toegang in de omheining naar binnen zou lopen richting de ark des verbonds, dan zou je als eerste het altaar zien. Vervolgens staat er het koperen wasvat, daarna zou je de eigenlijke tabernakel binnentreden en komen in het gedeelte dat heilige wordt genoemd.
In het heilige staan de tafel der toonbroden, de gouden kandelaar en het reukofferaltaar. Achter de voorhang, in het heilige der heiligen, stond de ark des verbonds.(Ex. 26:33). Hier woonde de Heer. Hier was de Shekina (Heerlijkheid) van de Heer neergedaald.
Het is maar een betrekkelijk korte wandeling van het altaar naar de ark, maar het is een wandeling die ons, als we het toepassen op onze eigen nieuw testamentische situatie, veel laat zien. Het is niet de bedoeling om de omheining binnen te treden en te blijven staan bij het altaar. Nee we moeten verder! Via het altaar en het wasvat naar het heilige der heiligen, waar God Zelf woonde.
Het altaar spreekt van het kruis van Christus. Op het altaar stierven talloze dieren, die geofferd werden in de plaats van de zondige Isra'liet. Het kruis is de basis, het fundament van ons christen zijn. We kunnen en mogen nooit om het kruis heen. Hier leed en stierf onze Heiland. Hier stierf Hij, Die zonder zonde was en voor ons, voor mij, tot zonde werd gemaakt. Hier stierf Hij die als Enige had voldaan aan Gods rechtvaardigheid en heiligheid. Hij alleen kon mijn plaats innemen en mijn straf dragen. Hij alleen heeft Gods wet volkomen volbracht.
Veel mensen hebben de neiging om te blijven staan bij het altaar. Maar dit is niet Gods bedoeling, bij God is er altijd meer. Nadat we onze zonden hebben beleden en de Heer hebben aangenomen als onze Verlosser en Zaligmaker mogen we met Hem gaan leven. We zijn wedergeboren en mogen a.h.w. als een baby een nieuw leven beginnen. Het is niet de bedoeling dat we een baby blijven, we moeten gaan groeien. Gedurende onze groei maken we fouten en daarom is het zo fijn dat er een wasvat is.
Het wasvat met water spreekt van Gods Woord. Het Woord wil ons telkens weer reinigen (Ef. 5:26). Telkens weer zondigen we en hebben we het nodig te worden gereinigd. Daar spreekt het wasvat van, van reiniging. Als we onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven. (1 Joh. 1:9). 'Het openen van uw woorden verspreidt licht', Psalm 119:30, laten we dit woord dan telkens weer openen, zodat het ons kan verlichten en duidelijk maken wat nog niet in orde is.
Maar er is meer dan vergeving en reiniging. We mogen nu de tabernakel binnentreden en als we binnenkomen zien we de tafel met de toonbroden. Brood spreekt van Christus, Die uit de hemel is nedergedaald (Joh. 6:35). We mogen ons met Hem voeden. Dit is een zeer belangrijk punt! Waarmee voed ik mij en waarmee voeden wij ons! Er zijn tegenwoordig zoveel schadelijke zaken waarmee je je kunt voeden. En dit is geen theoretisch verhaal, iedereen loopt een groot risico zich te voeden met datgene waar God van gruwt. De tv op zich is niet verkeerd, maar zeer veel programma's kunnen ons verontreinigen. Internet op zich is niet verkeerd, maar het kan zijn dat we 'maar een paar klikken van de hel' verwijderd zijn, zoals ik onlangs ergens las. Hoe waar zijn deze woorden, hoe zwak zijn we, ook als christenen soms. Laten we ons voeden met Gods Woord i.p.v. met allerlei zaken die ons van Hem aftrekken.
Als we onze wandeling vervolgen komen we bij de gouden kandelaar. Deze kandelaar was vervuld met zuivere olijfolie en verlichtte het heilige. De kandelaar en de olie spreken van Christus en de Heilige Geest. Ook wij hebben de Heilige Geest ontvangen toen we tot geloof kwamen (Ef. 1:13). We moeten ons laten leiden en laten vervullen door Gods Geest. De kandelaar zorgde voor licht, zo zal de Heilige Geest ons ook verlichten op onze weg. Het licht van de kandelaar viel op de voorzijde van de kandelaar (Num. 8:2). Ook ons licht moet niet op onszelf vallen, maar op onze Kandelaar: Christus.
Vlakbij de kandelaar stond het reukofferaltaar. Dit altaar spreekt van dank- en aanbidding. Zo zullen ook wij als we geknield hebben aan de voet van het kruis, als we onze zonden belijden, ons voeden met Christus zelf en ons laten verlichten door de Heilige Geest Hem grootmaken en aanbidden voor Wie Hij is.
Maar dan nog zijn we er niet. God wil het liefste dat we ook de voorhang passeren en gaan naar het heilige der heiligen waar de ark staat. De ark is een prachtig type van Christus:
' Er was geen verzoening zonder de ark (Lev. 16) ' God sprak via de ark tot het volk (Num. 7:89), ' Het hout van de ark sprak van Christus' mensheid ' Het goud van de ark sprak van Christus' Godheid ' In de ark bevonden zich: het manna, de wet en de staf van Aaron die gebloeid had. Dit zijn stuk voor stuk typen van Christus.
Wij mogen als nieuwtestamentische gelovigen weten dat het voorhangsel is gescheurd (Marc. 15:38) en wij mogen vrijmoedig naderen tot de troon der genade (Hebr. 4:16). Wij mogen verkeren in de directe nabijheid van de Heer Zelf. Wij kunnen een intieme gemeenschap of vertrouwelijke omgang met Hem hebben. Wij mogen genieten van Zijn grootheid en majesteit. Van Zijn liefde en trouw. Wij mogen ons verzadigen met Zijn beeld (Psalm 17:15). Hij wil ons vullen met Zijn intense vrede en liefde, een vrede die alle verstand te boven gaat Eens waren we op een onoverbrugbare afstand van Hem, nu mogen we Hem door genade, Abba, Vader noemen, zo dicht zijn we nabij gebracht. God wil Zijn liefdevolle Vaderhart aan ons openbaren.
We moeten de lieflijkheid des Heren onderzoeken in Zijn tempel, Psalm 27: ??. Het is beter een dag te vertoeven in Gods nabijheid dan ......
Laten we hier ernst mee maken en Hem zoeken terwijl Hij te vinden is.