Als gelovigen noemen we onszelf christenen. Iedereen, gelovig of ongelovig, heeft wel bepaalde gedachten bij het woord christenen. We komen het woord christen in de bijbel slechts 3 keer tegen en wel in Hand. 11:26, Hand.26:28 en 1 Petr.4:16.
We willen eens kijken wat de bijbel zegt over christenen. De meeste informatie wordt ons gegeven in Handelingen 11 waar staat 'En het geschiedde, dat zij een vol jaar in de gemeente gastvrij ontvangen werden en een brede schare leerden en dat de discipelen het eerst te Antiochie Christenen genoemd werden'. Het woord christen komt van het Griekse christianos. Het is niet moeilijk hier het Griekse woord Christos (Christus) in te herkennen. Christianos wil zeggen: volgelingen van Christus.
Hiermee hebben we al een belangrijk punt te pakken een christen is een volgeling van Christus. Dit blijkt ook duidelijk uit het gedeelte van Handelingen 11 vers 19 t/m 30, waar de christenen ook discipelen worden genoemd. Discipel wil zeggen leerling. Verder zijn er nog een aantal punten uit dit gedeelte te noemen die aangeven wat het woord christen inhoudt:
Vs. 21 Jezus was hun gepredikt. Hierboven schreef ik al dat een christen een volgeling van Christus was. Als ze Hem volgen, dan moeten ze Hem ook kennen en dat klopt, want Hij is hun gepredikt. Letterlijk staat er dat zij evangeliseerden, ze predikten de verlossing door Christus' offer aan het kruis van Golgotha. Het gaat dus niet om het onderschrijven van een belijdenis, dogma of bepaalde leer maar om het persoonlijk kennen van Jezus Christus!
Vs. 21 Jezus was hun gepredikt als Heer. Dat betekent dat ze hebben ingezien dat ze zelf zondig waren en Hem hebben aangenomen als hun Heiland (Verlosser) en Heer. Ze zijn wedergeboren en een nieuw leven begonnen, waarin ze niet meer zelf het stuur van hun leven in handen nemen, maar het stuur aan Hem overgeven. Hij is hun Leidsman, hun Herder en Heer geworden.
Vs. 21 ze geloofden datgene wat hun ge'vangeliseerd was. Geloven wil zeggen: aannemen, accepteren, voor waar houden, overtuigd zijn van, vertrouwen. Hun geloof richtte zich op de Persoon van de Here Jezus, ze namen Hem aan als hun persoonlijke Verlosser en ze beseften dat ze zonder Hem verloren waren.
Vs. 21 ze bekeerden zich. Een christen is dus iemand die zich heeft bekeerd. Eerst gingen ze van God af, maar nadat hen het evangelie van Christus is gepredikt hebben ze zich bekeerd, a.h.w. omgedraaid en zich op God gericht in hun doen en laten. Er heeft een radicale ommekeer plaatsgevonden, een overgang van de dood naar het leven, van de duisternis naar het licht.
Vs. 22 het bericht daarvan (van hun bekering) kwam de gemeente te Jeruzalem ter ore. Er ging een krachtig getuigenis uit van de bekeerde Grieken in Antiochie. Ook dit is een kenmerk van een christen, hij is een getuige. De Here Jezus zegt Zelf: 'gij zult Mijn getuigen zijn'. Christenen getuigen van hun Heiland en Heer.
Vs. 23 Barnabas wekte hun op om naar het voornemen van hun hart de Here trouw te blijven. Christenen hebben het telkens weer nodig om te worden opgewekt om hun Heer trouw te blijven. Daarom is het ook goed om de gemeentelijke samenkomsten en doordeweekse activiteiten te bezoeken. Daar ontmoeten we elkaar en kunnen we elkaar bemoedigen en motiveren God te dienen.
Vs. 26 Saulus en Barnabas werden in de gemeente ontvangen. Christenen maken deel uit van een gemeente. Een gemeente hoort te fungeren als een herberg: er is voeding, men kan er weer wat bijkomen, gasten zijn welkom, er is zorg en aandacht voor elkaar. Gemeente zijn houdt ook in je plaats innemen in de gemeente. 'Al wat uw hand vindt om naar uw vermogen te doen, doe dat' Pred. 9:10. Boven al is de gemeente de plaats waar God wordt grootgemaakt en ge'erd in de samenkomsten.
Vs. 26 Barnabas en Saulus werden door de gemeente (de christenen) een vol jaar gastvrij ontvangen. Hier hebben we weer een kenmerk van christenen, nl. gastvrijheid. Staat uw huis open voor anderen? Bent u bereid mensen te ontvangen en te verzorgen indien nodig? Hebreen 13:2 'Vergeet de herbergzaamheid niet, want daardoor hebben sommigen, zonder het te weten, engelen geherbergd'.
Vs.26 en een brede schare leerden. Christenen hebben het nodig te worden onderricht in de volle rijkdom van Gods Woord. Zo leren ze Gods gedachten beter verstaan en kunnen ze opgroeien tot volwassen christenen. We moeten worden als de mensen in Berea waarvan geschreven staat in Handelingen 17:11' en dezen onderscheidden zich gunstig van die te Tessalonica, daar zij het woord met alle bereidwilligheid aannamen en dagelijks de Schriften nagingen of deze dingen zo waren'.
Vs. 29 ze zonden iets naar draagkracht ter ondersteuning van de broeders in Judea. Nog een kenmerk van christenen: ze zijn bereid mee te delen in de noden van anderen! Dit kan op allerlei manieren, in financieel opzicht, maar ook op allerlei praktische manieren: een helpende hand, een bezoekje, een telefoontje of kaartje etc. Ook nu kan en moet dit volop in de praktijk worden gebracht.
Nu is het mooi om het bovenstaande verstandelijk te weten, maar wat nog veel belangrijker is dat de bovengenoemde kenmerken ook bij ons zichtbaar worden! Dat er ook van onze levens als christenen en van onze gemeente een getuigenis zal uitgaan waarin God wordt grootgemaakt.