Hij (koning Uzzia) zocht God, zolang Zekarja leefde, die hem onderrichtte in de vreze Gods; zolang hij de HERE zocht, maakte God hem voorspoedig. 2 Kronieken 26:5
Bovenstaand vers is een boeiend vers, we kunnen er meerdere zaken uit leren. Koning Uzzia, hij was pas 16 jaar toen hij koning werd, zocht God. Het was zijn verlangen Hem te raadplegen, Hem te zoeken, zijn toevlucht tot Hem te nemen, want dat betekent het woord zocht/zoeken. Het was een verlangen in zijn hart meer te weten te komen over Gods wil en over God zelf. En wat hij ontdekte wilde hij ook doorgeven en uitleven en omdat hij koning was was dit tot zegen voor hemzelf, maar ook voor het volk. Daarom maakte God hem voorspoedig lezen we aan het slot van het vers.
Wat voor Uzzia gold geldt ook voor ons, als wij het serieuze verlangen hebben Hem te zoeken, Zijn Woord te onderzoeken en toe te passen in ons leven, zoals Uzzia, dan gaat God ons zegenen. In NT bewoordingen is dit blijven in Hem, zodat er vrucht komt, door Hem. Natuurlijk hebben we dan ook nog problemen, die blijven ons hele leven, maar we mogen en kunnen de problemen met Hem te lijf gaan!
Uzzia werd onderricht in de vreze Gods. Zekarja onderwees Hem in Gods wetten en inzettingen. Hij leerde Uzzia deze te overdenken bij dag en bij nacht. Als hij stond of als hij lag, Deut. 6: 1 e.v. Hem werd door Zekarja ingeprent en uitgelegd hoe te luisteren naar Gods stem en hoe Zijn Woord toe te passen in zijn leven, dit had zegen tot gevolg.
Ook wij hebben mensen om ons heen nodig die ons wijzen op Hem, die ons onderwijzen in de Schrift, zodat we de principes uit Gods Woord ons eigen maken en ze kunnen toepassen in ons leven. Het is niet goed dat de mens alleen zij geldt ook in dit opzicht! Alleen redden we het niet.
Dit onderrichten vond plaats zolang Zekarja leefde, kennelijk ging het allemaal minder toen Zekarja was overleden. Iets verderop lezen we zelfs dat Uzzia hoogmoedig werd . Dit kan ons ook overkomen als we de samenkomsten gaan verzuimen, onze christelijke vrienden niet of minder bezoeken en spreken. De kans is aanwezig dat we om het ouderwets te zeggen "verachteren in de genade". We gaan minder Bijbellezen minder bidden etc. Gevolg is dat ook Gods zegen verdwijnt. Hoe triest.
Het is belangrijk dat we proberen Zekarja's te zijn, dat we oog hebben voor mensen die we minder zien in onze bijeenkomsten , dat we proberen hen te vermanen (en dat impliceert ook vertroosten) om Gods Woord te lezen, studies en bijeenkomsten weer te bezoeken. Als men wegblijft omdat er iets is voorgevallen is het raadzaam te stimuleren dat het probleem wordt besproken en opgelost en beleden, zodat er vergeving komt.
Maar het geldt natuurlijk net zo voor mensen die we wel zien en spreken . We hebben elkaar nodig om elkaar op te bouwen. Het kan ook zijn dat mensen die ons van nature niet zo liggen ons juist "slijpen" , zodat de scherpe kantje er bij ons vanaf gaan doordat we proberen hier beter mee om te gaan. God heeft hen lief, net als ons. De rol van Zekarja's in onze kerken en gemeentes is zeer belangrijk, ze kunnen een enorme stimulerende en motiverende werking hebben op andere gelovigen.
Uzzia betekent "Jahweh is mijn kracht", wat zou het mooi zijn als Hij ook onze Kracht was, als we alles zouden vermogen in Hem die ons kracht geeft. Dat kan, zolang we Hem zoeken en we weten dat wie zoekt zal vinden en als we Hem hebben her- , of gevonden dan dienen we in Hem te blijven, dan zal Hij ons voorspoedig maken.
Zekarja betekent "Jahweh herinnert zich". Zijn u, jij en ik mensen die God Zich herinnert, omdat we tot zegen voor anderen zijn geweest. Hebben wij ons eerst gevoed met het levende Brood, zodat we het daarna konden uitdelen aan anderen?
Tot slot:
Is uw leven voor anderen ten zegen? Zijt gij vol van de liefde van God? Helpt gij mee aan de redding van zondaars? Is de dienst van de Heer uw genot? Bovenstaande is de tekst van een vers van een oud lied met oude woorden, maar met een inhoud die ook nu razend actueel is!